Headerafbeelding

Sociale veiligheid

Een sociaal veilige Scoutinggroep, is een plek waar leden veilig zijn en zich veilig voelen. In een sociaal veilige omgeving wordt gewerkt aan het aanpakken en voorkomen van (mogelijk) schadelijke situaties. Een sociaal veilige omgeving zorgt ervoor dat (zelf) ontwikkeling mogelijk is en dat het Scoutingspel gespeeld kan worden. 

Heb je zorgen over de sociale veiligheid, wil je een melding doen of is er sprake van een calamiteit?

Scouting Nederland heeft een aantal afspraken vastgelegd in het huishoudelijk reglement (HHR) waar leden en Scoutinggroepen zich aan moeten houden die bijdrage aan de sociale veiligheid op de groep. Dit zijn de gedragscode, een meldplicht, een kennismakingperiode (zoals het aannamebeleid) en een VOG plicht. Op deze pagina lees je hier meer over.

Daarnaast zijn er verschillende zaken waar het bestuur mee aan de slag kan, als het gaat om sociale veiligheid. De onderwerpen die we op deze pagina behandelen zijn; vertrouwenspersonen, cyclus een sociaal veilige groep.

Gedragscode

In 2025 heeft er een projectgroep gewerkt aan een nieuwe gedragscode. Deze groep was divers in leeftijd en rollen binnen de vereniging.

Wist je dat er ook posters beschikbaar zijn om de gedragscode kenbaar te maken in het gebouw?

Meldplicht

Wanneer er (een vermoeden van) grensoverschrijdend gedrag aan het licht komt, ben je als lid van Scouting verplicht dit te melden aan het landelijk service centrum. In de meeste gevallen doet een bestuur een melding, het is ook mogelijk om als leiding of andere betrokkenen een melding te doen. Maar betrek indien mogelijk altijd je eigen bestuur.

Een melding wordt aangenomen door de bereikbaarheidsdienst of Landelijk team Sociale veiligheid. Vaak is een telefoontje genoeg om je weer op weg te helpen, als er meer ondersteuning nodig is, dan wordt het landelijk opvangteam gekoppeld aan het bestuur. Ook wanneer je twijfelt over een situatie met bijvoorbeeld een jeugdlid, kan je contact opnemen met Landelijk team Sociale veiligheid. Je kan dan vertrouwelijk een situatie bespreken.

Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG)

Een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) maakt onderdeel uit van het sociaal veiligheidsbeleid van Scouting. Een VOG is verplicht voor alle functies binnen Scouting. 

Een VOG is een verklaring waaruit blijkt dat het gedrag van een persoon in het verleden geen bezwaar vormt voor het vervullen van een specifieke taak of functie in de samenleving. De screeningsautoriteit van de overheid is Justis. Deze instantie screent of een persoon wel of geen VOG krijgt en geeft bij geen bezwaar de VOG af.

Om de drie jaar moet een nieuwe VOG worden aangevraagd. Als een aspirant kaderlid geen geldige VOG kan overleggen is er geen plaats binnen onze vereniging.

Aannamebeleid

In het huishoudelijk reglement van Scouting Nederland staat een kennismakingsperiode opgenomen. Als vereniging hebben wij met elkaar afgesproken dat aan de benoeming in een functie een kennismakingsperiode van ten hoogste 3 maanden voorafgaat als aspirant kaderlid. Deze kennismakingsperiode vangt aan na goedkeuring door het betreffende bestuur en nadat de voor de betreffende functie geldende instapeisen is voldaan.

Door de kennismakingsperiode kan de beoogd vrijwilliger bekijken of het werk bij hem past. Andersom geldt dit echter ook. Als Scoutinggroep kan je ook beoordelen of de vrijwilliger wel bij jullie past. De kennismakingsperiode maakt het mogelijk om in de praktijk te zien hoe iemand zich gedraagt tijdens Scoutingactiviteiten. Wordt goed met de jeugdleden omgegaan? Wordt gehandeld conform de gedragscode? Kan feedback worden ontvangen en verwerkt? Door gebruik te maken van de kennismakingsperiode krijg je een goed beeld of het aspirant kaderlid echt geschikt is voor de functie of niet. En zeker zo belangrijk is dat in die kennismakingsperiode er een geldige VOG wordt getoond.

Vertrouwenspersonen en luisterende oren

(Bijna) elk organisatieonderdeel heeft een vertrouwenspersoon beschikbaar. De vertrouwenspersoon is er voor jou om te praten als je ergens mee zit. Voor de vertrouwenspersonen en landelijk vrijwilligers zijn de landelijk vertrouwenspersonen beschikbaar om op terug te vallen als ze ergens tegenaan lopen.

Landelijke vertrouwenspersonen (LVP)

Ben je vertrouwenspersoon en heb je een klankbord nodig? Of ben je een landelijk vrijwilliger en wil je een vertrouwenspersoon spreken (en dit kan niet bij de vertrouwenspersoon van het evenement)?

Dan kun je terecht bij de landelijke vertrouwenspersonen. De vertrouwenspersoon zal in eerste instantie als klankbord voor je fungeren en naar jouw verhaal luisteren. In veel gevallen zal dit genoeg zijn. Maar een vertrouwenspersoon kan je ook ondersteuning en advies geven. Er wordt dan samen bekeken welke stappen je zou kunnen zetten om het op te lossen of om hiermee om te gaan. Een vertrouwenspersoon is er zowel voor slachtoffers, als voor iemand die ergens van wordt beschuldigd. Beiden hebben recht op een vertrouwenspersoon. Uitgangspunt is dat jij zelf de regie houdt over de door jou te nemen stappen. Loop je ergens tegen aan? Wil je in vertrouwen je verhaal doen? Neem contact op via: landelijkvertrouwenspersoon@scouting.nl.

Luisterende oren (LO)

Op evenementen is het belangrijk dat deelnemers en vrijwilligers ook hun verhaal kunnen doen, daarom zijn daar naast een vertrouwenspersoon tijdens een Scouting Nederland-evenement ook luisterende oren geregeld. De luisterende oren zijn aanwezig op het terrein en zorgen voor een fijne plek waar deelnemers en vrijwilligers naar binnen kunnen wandelen, ze zijn welkom om even te praten of om even tot rust te komen. Wanneer een luisterend oor iets tegen komt wat meer aandacht vraagt, schakelt het luisterend oor het lid in kwestie door naar de vertrouwenspersoon.

Cyclus sociaal veilige groep

Hoe werk je als bestuur aan een sociaal veilige groep? In het document cyclus een sociaal veilige groep staan verschillende stappen die jullie regelmatig kunnen doorlopen. Zo blijft het onderwerp sociale veiligheid met enige regelmaat op de agenda staan van bestuursvergaderingen en de groepsraad. Zorg dat het onderwerp in ieder geval minimaal jaarlijks terugkeert binnen de groepsraad. Naast het bestuur worden zo ook leidinggevenden en afgevaardigden namens de leden meegenomen op dit onderwerp.