Headerafbeelding

Roverscouts bereiden zich voor op Nationale Herdenking 15 augustus 1945

“Hij vertelde zo beeldend dat het leek alsof we naar een film keken”, zegt Roverscout Emma Smit (18) uit Valkenswaard van de Stella Marisgroep in Eindhoven over het gesprek dat de 15 scouts begin deze middag hadden met Evert Mutter. Hij heeft in Nederlands-Indië de Japanse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog meegemaakt. Het gesprek was ter voorbereiding op de taken die de scouts vandaag hebben tijdens de Nationale Herdenking bij het Indisch monument Den Haag.

“Het gesprek was heel mooi en informatief. Hij vertelde over het eind van de oorlog, toen er twee bommen werden afgeworpen op het kamp waar zijn vader in zat. Hij overleefde het doordat hij daar onder de grond zat. Hij vertelde ook dat hij zelf ziek was en er geen medische zorg was. Om een bloedvergiftiging te voorkomen, werd de nagel van zijn grote teen zonder verdoving verwijderd. Door de manier waarop hij dat vertelde, voelde het alsof we er zelf bij waren.”

“Ik was wel altijd geïnteresseerd in de Tweede Wereldoorlog, maar wist eigenlijk weinig van de oorlog van Japan en Nederlands-Indië. Het gesprek heeft me een beter beeld gegeven van de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië.” Mede door het gesprek met Evert Mutter is Emma zeer gemotiveerd om er een mooie dag van te maken. “Het is erg warm, maar dat geeft niet. We hebben een doppler fles gekregen en we krijgen koud water. Ik vind het heel bijzonder om hierbij te zijn en de sfeer in de groep is ook gezellig. Ik wil er een mooie en waardige dag van maken.”

Om 14.00 uur waren de scouts op het veld bij het Indisch monument. Ze konden meteen aan de slag. Ze hebben 900 stoelen klaargezet. Daarna kregen ze uitleg over het defilé dat na de kranslegging plaatsvindt. De scouts moeten ervoor zorgen dat het publiek de juiste route daarvoor volgt. Ze worden ook nog ingezet bij de maaltijd voor alle gasten, traditiegetrouw is dat nasi bungkus.

Mirthe Schuurman (23) uit Dalfsen van de Dalfsen Dalflandgroep heeft veel gasten van koffie voorzien tijdens de Nationale Herdenking 15 augustus 1945 bij het Indisch monument in Den Haag. “Ik had weinig tijd om met de mensen te praten, want iedereen wilde koffie. Ik merk wel dat voor veel mensen deze dag belangrijk is, omdat het een weerzien is. Dat weet ik ook van mijn opa.” 

De opa (92) van Mirthe gaat ieder jaar naar de herdenking van de jongenskampen die op 27 augustus in Bronbeek wordt gehouden. “Mijn opa woonde met het gezin in Nederlands-Indië. Toen de oorlog met de Japanners uitbrak, is zijn vader opgeroepen als KNIL-militair. Zijn moeder was zwanger. Na de geboorte van zijn zusje zijn ze geïnterneerd in een vrouwenkamp. Toen mijn opa 10 jaar was, was hij volgens de Japanners te oud voor het vrouwenkamp en werd hij geïnterneerd in een jongenskamp. Zijn vader werd als krijgsgevangene op een schip naar de Birma spoorlijn gestuurd om daar dwangarbeid te verrichten. Het schip is gebombardeerd en hij is daarbij omgekomen.”

Mirthe vindt het zelf bijzonder om vandaag actief te zijn bij de herdenking, omdat ze ook weet wat het voor de gasten betekent om stil te staan bij deze kant van de Tweede Wereldoorlog. “Toen ik klein was, vertelde mijn opa er niets over. Pas de laatste jaren komt hij met verhalen. Ik vond het vandaag ook speciaal om met Evert Mutter te spreken. Hij was een buitenkamper en had daardoor een heel ander verhaal. Zo heeft iedereen hier een eigen verhaal.”

Ze heeft vandaag koffie uitgeschonken en zonnebloemen in het monument gestoken. Wat ze verder nog te doen heeft, merkt ze wel. “Het is een beladen bijeenkomst, maar ook wel bijna gezellig.”