Overvliegen
Overvliegen is een bijzondere traditie binnen Scouting waarbij een jeugdlid overstapt van de ene speltak (leeftijdsgroep) naar de volgende. Het markeert een nieuwe fase in het Scoutingavontuur en wordt vaak op een feestelijke en symbolische manier gevierd.
Wat is overvliegen precies?
Scouting is opgedeeld in speltakken op basis van leeftijd. Overvliegen doe je wanneer je de maximale leeftijd van een speltak hebt bereikt. Bijvoorbeeld:
Van bevers (5-7 jaar) naar welpen (7-11 jaar)
Van welpen naar scouts (11-15 jaar)
Van scouts naar explorers (15-18 jaar)
En daarna naar roverscouts (18-21 jaar)
Sommige groepen hanteren andere leeftijdsgrenzen, dan vlieg je op een ander moment over. Soms is het ook gekoppeld aan naar welke groep of klas je gaat na de zomervakantie. En soms ben je wat jonger of ouder, zodat je met je beste Scoutingvrienden overvliegt!
Het overvliegen gebeurt meestal aan het begin van het nieuwe Scoutingseizoen, wanneer het nieuwe schooljaar start (eind augustus, begin september). Je kind “vliegt over” van de ene speltak naar de andere, letterlijk of figuurlijk. Dit kan op allerlei creatieve manieren:
- Over een touwbrug of vlot
- Door een tunnel of poort
- Via een hindernisbaan
- Of zelfs met een sprong in het water! (bij waterscouts)
Aan de andere kant van het “overvliegmoment” wordt het lid opgevangen door de nieuwe speltak, die het welkom heet met een spel, badge of ritueel.
Waarom is overvliegen belangrijk?
Het is een feestelijk en betekenisvol moment voor het kind en het helpt bij een soepele overgang naar een nieuwe groep met andere activiteiten en verantwoordelijkheden. Het versterkt het gevoel van groei en ontwikkeling binnen Scouting.